A
- aal
- aalbessen
- aalmoes of liefdadigheid
- aambeeld
- aambei
- aanbellen
- aanbidden of vereren
- aandelen
- aandoening
- aangeschoten
- aangevallen door een dier
- aangevallen door kat
- aangevallen worden
- aanhangwagen of trailer
- aanklagen
- aankleden
- aankomen (gewicht)
- aankomst
- aankondigen
- aankopen
- aanmaning
- aanraken
- aanrijding
- aanslag
- aansnijden
- aansteker
- aanstoot geven
- aantekening of notitie
- aantrekken
- aanval
- aanvallen (iemand of iets)
- aap
- aardappelen
- aardbeien
- aardbeving
- aarde
- aardewerk
- aardrijkskunde of geografie
- aardvarken
- aardverschuiving
- aartsbisschop
- aas
- aasbloem
- abces
- abdij
- abeel (boom)
- abnormaal
- abortus
- Abraham Lincoln
- abrikoos
- absint
- absorberen
- abstract
- absurd
- abt
- acacia
- academie
- accent (spreken)
- acceptatie
- accessoire
- accommoderen
- accordeon
- accountant of boekhouder
- accumuleren
- achtbaan
- achterbank
- achterbuurt
- achterdeur
- achterdochtig
- achtertuin
- achteruitkijkspiegel
- achteruit bewegen
- achtervolgd worden
- achtervolgen (van iemand of iets)
- achtervolging
- achthoek
- acrobaat
- acteren
- acteur of actrice
- actiefiguur
- acupunctuur
- adamsappel
- Adam en Eva
- adder
- adel
- adelaar of arend
- adem
- aderen
- admiraal
- adoptie
- adres
- advies of raad
- adviseur
- advocaat
- aerobics
- afgrond
- afhaalmaaltijd, thuisbezorgd of ubereats
- afkeer
- afkorting
- afluisteren
- afranselen of geselen
- afrikaantjes
- afschaffing
- afscheid
- afstand
- afstandsbediening
- aftrekken (piemel)
- afvallen
- afval of vuilnis
- afwas
- afwezig
- afwijzing
- agaat (mineraal, steen)
- agenda
- agorafobie
- agressie
- aids
- airbag
- airconditioner
- akkers
- akte
- alarm
- albast
- albatros
- albino
- album
- alcohol
- alleen
- alleenstaand, single of vrijgezel
- allergie
- almanak
- altaar
- aluin
- aluminium
- Alzheimer of dementie
- amandelen
- amazone
- ambassade
- amber alert
- ambt
- ambulance
- Amerika
- amethist
- ammoniak
- amoureus
- amputatie
- amulet
- anaconda
- anale seks
- androgyn
- anekdote
- angst
- anijs
- anjer
- anker
- anorexia
- ansichtkaart
- antenne
- antidepressiva
- antiek
- antilope
- anus of poepgat
- apocalyps
- apotheek
- appartement
- appels
- appeltaart
- applaus
- april
- aquarium
- arbeider
- archeologie
- archief
- architect
- arena
- armband
- armen
- armoede
- arrestatie
- arrestatiebevel
- artificial intelligence
- asbak
- asbest
- asfalt of teer
- asielzoeker
- asperges
- aster
- Asterix en Obelisk
- astrale projectie of uittreding
- astrologie
- astronaut of ruimtevaart
- as of aandrijfas
- as (vuur)
- atlas
- atleet
- atoombom
- audio-opname
- auditie
- augurk
- augustus
- aura
- auto
- autoband of fietsband
- autopsie
- autoriem of gordel
- autorijden zonder rijbewijs
- auto gestolen
- auto kwijt
- auto niet onder controle
- auto remt niet
- auto te water
- auto-ongeluk of botsing
- avocado
- avond
- avondeten
- avondkleding
- avondklok
- avondrood
- avonturier
- avontuur
- Azië of Aziatisch
- azijn
- A (letter)
B
- baan
- baard
- baarmoeder
- baas
- baby
- baby krijgen
- backgammon
- backstage
- bacteriën
- bad
- badjas
- badkamer
- badmuts
- badpak
- bagage
- bajonet
- bak
- bakken
- bakker
- bakoven
- baksteen
- bal
- balken
- balkon
- ballet
- ballon
- balpen
- balspel
- bal masqué
- bananen
- banden
- bang
- banjo
- bankbiljet
- banket
- banketbakker
- bankschroef
- bank of sofa
- bank (geld)
- bar
- barbecue
- barbecuesaus
- barbie
- barometer
- barrière
- bas
- basketbal
- baviaan
- bed
- bedanken
- bedelaar
- bedelen
- bedevaart of pelgrim
- bedgenoot
- bediende of dienaar
- bediening
- bedrog
- beek
- beeldbewerking
- beeldhouwer of beeldhouwwerk
- beer
- begane grond
- begrafenis
- begrafenisondernemer
- beha
- behaarde handen
- behang
- bekentenis of biecht
- beker of mok
- bekeuring
- bekkens
- bekken (lichaamsdeel)
- bekwaamheid
- belasting
- beledigen
- belofte
- bemanning
- bende
- benen
- benzine
- benzinestation of tankstation
- bergen
- berging of voorraadkamer
- bericht
- berk
- beroemdheid
- beroving
- beschermer of voogd
- beschuldigen
- beschuldiging
- beslagen
- bessen
- bestand of dossier
- bestelwagen of busje
- bestrating
- bestuiven
- betalen
- betovering
- betrappen (van iemand)
- beugel
- beul
- bevallen
- bevel
- bever
- bevriezen of bevroren
- bewonderen
- bezem
- bezoek
- bezorgen of afleveren
- bibberen of trillen
- bibliotheek
- bidden of gebed
- bidsprinkhaan
- bier
- bierbrouwen
- bieslook
- bieten
- Bigfoot of Yeti
- bijbel
- bijdrage aan goed doel
- bijen
- bijenkorf
- bijl
- bijnaam
- bijna-dood-ervaring
- bijrijder
- bijten
- bijziend
- bikini
- biljarten
- billen of kont
- binnenplaats of patio
- bioscoop
- biscuit of kaakje
- biseksueel
- bisschop
- bitter
- blaar
- blaas
- blaasbalg
- bladeren
- bladgoud
- bladmuziek
- blaffen
- blaten
- blauw
- blik
- bliksemafleider
- blind
- blinddoek
- blind date
- bloed
- bloeddruk
- bloedneus
- bloedzuigers
- bloembollen
- bloemen
- bloemkool
- bloesem
- blog
- blok
- blond haar
- blote voeten
- blozen
- blunder
- blussen of uitdoven
- boa constrictor
- bochel
- bocht
- boef
- boeien
- boek
- boeket
- boekhouding
- boekwinkel
- boer
- boerderij
- boetekleed
- boiler
- bok
- boksen
- bommen
- bonen
- bont
- boodschappen
- boog
- boom
- boomgaard
- boomhut
- boomstam of boomstronk
- boortoren
- boosheid
- boot of schip
- bordeel
- borduren
- bord of schotel
- boren
- borg
- borrel
- borstel
- borsten
- borstvoeding
- bos
- bosbessen
- boter
- boulimia
- bouten
- bouwtekening
- bouwval
- boven
- bowlen
- braadpan of braadslee
- braakliggend terrein
- braden of roosteren
- braken of overgeven
- bramen
- brancard
- brandhout
- brandnetel
- brandstapel
- brandweer
- brand blussen
- breien
- breken
- brief
- brievenbus
- bril
- broccoli
- broek
- broekriem
- broekzak
- broer
- bron
- brons
- brood
- broodrooster
- brownies
- brug
- bruid
- bruidegom
- bruidsmeisje
- bruin
- bruinvis
- brullen
- bubbelbad
- bubbeltjesplastic
- buffel of bizon
- buiging
- buikspreker
- buis of pijp
- buitenaards of alien
- buitenland
- buitenlander
- buitenlands zijn
- buizerd
- bukken, buigen of strekken
- bulldog
- bulldozer of graafmachine
- bungeejumpen
- burcht
- bureau
- burn-out
- bus
- bushalte
- buskruit of kruit
- button
- buurman of buurvrouw
- buurt
- B (letter)
C
- cabrio
- cacao
- cactus
- cadeau
- caleidoscoop
- camera
- camouflage
- campagne
- camper
- camping
- canvas
- cape
- cappuccino
- capuchon
- caramel
- caravan
- carnaval
- carneool (kwarts)
- cartoon
- casino
- cassettebandje
- cassière
- castratie
- catechismus
- cavalerie
- cavia
- cd
- ceder
- cello
- cement of beton
- cent
- centaur
- centrifuge
- certificaat
- chagrijnig
- champagne
- champignon (voedsel)
- chantage
- chaos
- chatten of private message
- chauffeur
- cheerleader
- cheque
- cherubijn
- chili (voedsel)
- chimpansee
- chinchilla
- Chinees eten
- Chinese broccoli
- chips
- chirurg
- chirurgisch masker
- chocola
- chocolademelk
- cholera
- choreografie
- Christus
- chrysant
- cider
- circuit
- circus
- cirkel
- citroen
- claustrofobie
- clown
- club of disco
- coach, gids of goeroe
- cobra
- cocktail
- code
- cognac
- cola
- collecteren
- collega
- college
- colosseum
- coma
- comfortabel
- commercie
- commissie
- compliment
- componeren
- computervirus
- computer, laptop of tablet
- concentratiekamp
- concentratiestoornis (ADD of ADHD)
- concert
- conciërge
- condoleance
- condoom
- conducteur
- confetti
- congres, beurs of conventie
- conifeer
- consent
- constipatie of verstopping
- container
- contract
- corona, coronavirus, COVID-19
- countryclub
- cowboy
- coyote
- cracker
- crèche
- creditcard
- crematie
- cricket
- croissant
- crossbaan
- cruise
- crush
- Cupido
- custard
- cycloop
- C (letter)
D
- dadels
- dag
- dagboek
- dahlia
- dak
- dakloos
- Dalai Lama
- dal of vallei
- dam
- damastroos
- dammen
- dansen
- dansvloer
- darkroom
- darmen
- Darth Vader
- darts
- das (dier)
- daten
- datum
- dauw
- deadline
- december
- decor of coulisse
- deeg
- dek
- deken
- deli
- delta
- demonen
- demonstratie
- deodorant
- depressie
- detective
- deur
- deurbel
- deurwaarder
- de pest
- diadeem
- diamant
- diarree
- Día de los Muertos
- dick pic
- dictator
- dieet
- dienblad
- dieren
- dierenarts
- dierentuin
- dierenvacht of pels
- dieven
- dijen
- dik
- dimensie
- dinosaurus
- diploma
- directeur
- dirigent
- discobal
- discussie
- Disneyfilm
- Disneyland
- Disneystripboek
- distel
- dividend
- djembe
- dobbelsteen
- dochter
- doden van een spin
- doedelzak
- doek
- doel
- dokter
- dolfijn
- dolk
- dominee
- domino
- dood
- doodgaan (iemand anders)
- doodgereden dieren (roadkill)
- doodgraver
- doodsangst
- doodskist
- doodskleed of lijkwade
- doodslag
- doodstraf
- doodvriezen
- dood dier
- doof
- dooier
- dooi of ontdooien
- doolhof
- doop
- doorn
- doos
- dorp
- dorpsgek
- dorsen
- dorst
- douane
- douche
- draaikolk
- draaimolen
- draaiorgel
- draak
- drab
- Dracula
- drag queen of drag king
- dreiging
- drempel
- driehoek
- drieling
- drietand
- driewieler
- drijfzand, moerasgrond of modderpoel
- drijven op vloeistof
- drinken
- drive-in
- dromedaris
- dromen.site
- dronken
- droog
- droom
- droom in een andere taal
- drop
- drugs
- druiven
- drukken of printen
- drummen
- duet
- duif of tortelduif
- duiken
- duim
- duimen of duimzuigen
- duisternis of donker
- Duitse herder
- Duitsland
- duivel
- duizeling
- duizendpoot
- dun of mager
- dutje of dagdromen
- duwen
- dwaas
- dwalen
- dwerg
- dynamiet
- dynamo
- D (letter)
E
- eb
- ebbenhout
- echo
- echo (baby)
- echtgenoot of man
- echtgenote of vrouw
- edelhert
- edelsmeedwerk
- edelsteen
- eed of gelofte
- eekhoorn
- eend
- eenhoorn
- eenrichtingsverkeer
- eenwieler
- eenzaamheid
- een hand geven
- eetlust
- eetstokjes
- eetstoornis
- eg
- egel
- Egypte
- eiersalade
- Eiffeltoren
- eigen begrafenis
- eik
- eikel
- eiland
- ei of eieren
- ekster
- elastiek
- elektriciteit
- elektrische deken
- elektrische gitaar
- elektrische stoel
- elektrische zaag of zaagmachine
- elektrisch hek
- elfje of fee
- elleboog
- email of emaille (glazuur)
- embleem
- embryo
- emmer
- encyclopedie
- Engeland
- engelen
- enkel
- envelop
- epauletten
- epidemie
- epileptische aanval
- erectie
- erfenis
- ergernis
- ervandoor gaan
- erwten
- esdoorn
- espresso
- eten
- ether (narcosegas)
- etiquette
- eucalyptus
- Europa
- euthanasie
- Eva
- evacuatie
- evenbeeld of spiegelbeeld
- everzwijn
- ex
- examen of tentamen
- executie
- explosie
- extase
- ex met een ander
- ezel
- E (letter)
- e-mail of mail
F
- fabel
- fabriek of industrie
- failliet
- fakir
- fakkel
- fallus
- familie
- fanfare
- fantoompijn
- farao
- fax
- fazant
- februari
- feest
- feniks
- festival
- fetisj
- fiets
- fijn
- film
- filter
- financiën
- fineer
- finish of eindstreep
- firmament
- flamingo
- flat of appartement
- flauwvallen
- flessen
- fluisteren
- fluiten
- fluit of fluitje
- fluorescerend
- fluweel
- foetus
- fondue
- fontein
- forel
- formaldehyde
- formule
- fornuis of gasfornuis
- fort of vesting
- foto
- fotograaf
- fotografie
- fotolijst
- fotonegatieven
- foto-album
- frambozen
- Frankrijk of Frans
- fraude
- fret
- frisbee
- frisdrank
- fruithandelaar
- fruit of vruchten
- F (letter)
G
- gaai
- gaas
- gala
- galblaas
- galerie
- galg
- gamen
- gangreen
- gang of hal
- gans
- ganzenveer
- gapen of geeuwen
- garage
- garen of draad
- garnalen
- Garoeda of Garuda
- gas
- gaspedaal
- gasten
- gas geven
- gat
- gay pride
- gazelle
- gazon
- geabsorbeerd of hyperfocus
- gebak
- gebit
- geboden
- geboorte
- geboorteland
- geboren worden
- gebouw
- gebreken
- gebrek of tekort
- gebroken bril
- gebruiksvoorwerpen
- gedaante, vorm, figuur
- gedeelte, deel of stuk
- gedenkteken
- geel
- geelzucht
- geestelijke of priester
- geesten
- gefrituurde snacks
- gefrituurd of gebakken eten
- gehaktballen
- geheim
- geheugenverlies
- gehoorapparaat
- gehoorzaamheid
- geiser of heetwaterbron
- geisha
- geit
- geitenkaas
- gekke koeienziekte
- gekko
- gek of krankzinnig
- geld
- gelei
- geliefde
- geluid
- geluk
- gember
- gemeenschap
- gender of geslacht
- genegenheid
- generaal
- generator
- genezing
- genie
- genocide
- genoegen
- geode
- geometrie
- Georgië
- geprezen
- geranium
- gerechtigheid
- gereedschap of werktuig
- gerst
- gerucht
- geschiedenis
- geschorst van school
- geslachtsdelen
- gesp
- gespleten persoonlijkheid
- gesprek
- getuige
- geur
- gevaar
- gevangen
- gevangenis
- gevecht
- gevel
- gevogelte of pluimvee
- gewei
- geweld
- gewelf
- geweten
- gewicht
- gewond
- gewricht
- gezelschap
- gezicht
- gezichtsuitdrukking
- gezin
- Ghandi
- ghillie suit
- gids
- giechelen
- gier
- gierig
- gijzeling
- gillen of schreeuwen
- ginger beer
- ginseng
- gips
- giraf
- gitaar
- gladiator
- gladiolen
- glas
- glasblazer
- glazen bol
- glazen huis
- glazen wassen
- glazuur (gebak)
- gletsjer
- glijbaan
- glijden
- glimlach
- glitter
- gloed
- god
- gokken
- golfen
- golven
- gondel
- gong
- goochelen
- gooien
- goot
- gordijnen
- gorilla
- goud
- goudklompje
- goudsbloem
- goudvis
- graan
- graf
- graffiti
- grafiek, diagram of tabel
- grafschender
- grammy award
- granaat
- granaatappel
- grapefruit
- gras
- grasmaaier
- gratie
- graven
- grens
- Grieks
- griffioen
- grijs of grauw
- grind
- grizzlybeer
- groene thee
- groente
- groep
- grootboek
- grootouders
- grot
- groupie
- guacamole
- guillotine
- gummen
- gunst
- gymnastiek of turnen
- gynaecoloog
- G (letter)
H
- haai
- haak
- haan
- haard of open haard
- haaruitval
- haas
- haast
- haat
- hacky sack
- hagedis
- hagel
- haken
- hakken (schoen)
- Halloween
- hals
- halsdoek
- halster
- hamburger
- hamer of timmeren
- hamster
- ham of beenham
- hand
- handdoek
- handel
- handlezen
- handpalm
- handschoenen of wanten
- handschrift
- handtas
- hangmat
- hardlopen
- harem
- haren
- haring
- hark
- harp
- harpoen
- hart
- hartaanval
- haven
- haver
- havermout
- havik
- Hawaii
- hazelnoot
- hazewindhond
- hechten
- heelal of universum
- hees of schor
- heg
- heilige communie
- heimwee
- hei of heide
- heks
- hek of omheining
- hel
- held
- helderziend
- helikopter
- helling
- helm
- hemel
- hengel
- hengst
- hennep of cannabis
- herberg
- herder
- herfst
- hergeboorte
- hermelijn
- herpes
- hersenen
- herstellen of dichtmaken
- hert
- hertenjong
- heup
- heuvel
- hiel
- hiërogliefen
- hijgen
- hijskraan
- hinderlaag
- Hitler
- hitte
- hockey
- hoed
- hoefijzer
- hoek
- hoepel
- hoesten
- hof van Eden
- hoge hoed
- hol
- hommel
- homoseksueel
- honden
- hondenriem of halsband
- hondsdolheid (rabiës)
- honger
- honing
- honkbal
- hoofd
- hoofddoek of ħijāb
- hoogtevrees
- hoogwerker
- hooi
- hooivork
- hoorn
- horen
- horizontale lift
- horloge
- horoscoop
- horzel
- hotdog
- hotel
- hout
- houtskool
- hoverboard
- huid
- huidskleur
- huilen
- huis
- huisdier
- huisgenoot
- huishouder
- huiszoekingsbevel
- hulp
- hulphond
- hulst
- huppelen of hinkelen
- hut
- huur
- huurmoordenaar
- huwelijk
- huwelijksreis
- hyacint
- Hydra
- hyena
- hypnose
- hypocriet
- hypotheek
- hysterectomie
- H (letter)
I
- idee
- idool
- iemand zoeken
- iets planten
- iets waardevols kwijt zijn
- ijsbeer
- ijsberg
- ijsje (voedsel)
- ijspegel
- ijs (bevroren water)
- ijzer
- imitatie
- implantaten of borstvergroting
- impotentie
- inbakeren
- inbreker of inbraak
- incest
- inchecken
- India
- indigestie
- indigo
- inenten of vaccineren
- ingenieur
- inheemse stam
- injectie
- inkomen of salaris
- inkt
- inktvis
- inpakken
- inquisitie
- inschrijven, aanmelden of registreren
- inscriptie
- insecten of beestjes
- instappen
- instrument bespelen
- internet
- invalide
- in elkaar slaan
- in je broek poepen
- iPad
- iPod
- iq-test
- iris
- irrigeren, besproeien, water geven
- irritatie
- ivoor
- I (letter)
J
- jachtgeweer
- jachthond
- jachthoorn
- jacht of jagen
- jacht (boot)
- jade
- jaloezie
- jam
- jammeren
- januari
- jas
- jasmijn
- jaspis
- jawoord
- jellybeans
- jeneverbes
- jeugd
- jeuk
- jezelf pijn doen
- jicht
- jockey
- jojo
- joker
- jong
- jongen
- jongleur
- jonker
- Joods
- journalistiek
- jubileum
- juk
- juli
- jumpsuit
- jungle
- juni
- jurisdictie
- jurk
- jury
- jus
- jute
- juwelen
- J (letter)
K
- kaal
- kaars
- kaartje of ticket
- kaartspel of kaarten
- kaart of ansichtkaart
- kaas
- kabel
- kabouter
- kachel of verwarming
- kadaver
- kade
- kaf
- kajuit
- kakelen of kraaien
- kaken
- kalender
- kalf
- kalk
- kalkoen
- kalmeringsmiddelen
- kameel
- kameleon
- kamer
- kamermeisje
- kamerplant
- kammen
- kamp
- kamperen
- kamperfoelie
- kampioen
- kampvuur
- kan
- kanaal (water)
- kanarie
- kandelaar
- kangaroe
- kanker
- kannibalisme
- kano
- kanon
- kantoor
- kant (stof)
- kapel
- kapitein
- kapoen
- kapot
- kapper of kapsalon
- kar
- karavaan
- kardinaal (geestelijke)
- karnemelk
- karnen
- karper
- kassa
- kassabon
- kast
- kastanje
- kasteel
- katapult
- kathedraal
- katoen
- katten
- kattenbak
- kattenogen
- kattenvoer
- kauwen
- kauwgom
- kauw (vogel)
- kazerne
- keeper
- keizer
- keizerin
- kelder
- kelk
- kennis
- kennismaking met toekomstige schoonmoeder
- kennissen
- kerf of inkeping
- kerk
- kerker
- kerkhof of begraafplaats
- kerktoren
- kermis
- kersen
- kerstboom
- kerstman
- kerstmis
- ketel
- ketting (sieraad)
- keuken
- keukenmachine
- kever
- kiespijn
- kietelen
- kieuwen
- kiezels of kiezelsteen
- kikker
- kilometerbord of mijlpaal
- kind
- kinderachtig
- kinderdagverblijf
- kindermeisje
- kinderwagen of buggy
- kinine
- kip
- kippenvlees (voedsel)
- kist
- kitten
- klagen
- klap
- klaproos
- klarinet
- klaslokaal
- klatergoud
- klauwen
- klaver
- kleding
- kledingborstel of kledingroller
- kledingkast
- kledingreparatie
- kleed
- kleermaker
- klei
- kleineren
- kleingeld of wisselgeld
- kleinkind
- kleuren
- klimaatverandering
- klimmen
- klimmuur
- klimop
- kliniek
- klink of handvat
- klip of klif
- klitten
- klodders
- klok
- klokkenluiden
- klokkentoren
- klomp
- klompvoet
- kloof
- klooster
- kloppen
- kluis
- kluizenaar
- kluwen
- klysma of anaaldouche
- knaagdieren
- knal
- knap
- knapzak
- knecht of dienaar
- knevelen
- knie
- knielen
- kniesteun of knielkussen
- knikker
- knipoog
- knippen
- knoflook
- knoop (kleding)
- knoop (touw)
- knop
- knuffeldier
- knuffelen of omhelzen
- knuppel
- koala
- koe
- koekjes
- koekoek
- koelkast
- koepel
- koets of rijtuig
- koffer
- koffie
- kogels
- kogelvis
- kok
- koken
- kokosnoot
- kolen
- kolibrie
- kolom
- kolonel
- komedie of cabaret
- komeet
- komkommer
- komodovaraan
- kompas
- kom of schaal
- konijn
- koning
- koningin
- kooi
- kookpot
- kool
- koopman
- koor
- koorts
- kopen
- koper (metaal)
- kopiëren
- kopje
- koplampen
- koppelaar of matchmaker
- koptelefoon of oordopjes
- koraal
- korenschoven
- korrel of kruimel
- korset
- korst
- kostuum
- kou
- kousen
- kousenband of jarretel (kleding)
- kousenband (groente)
- kraag of boord
- kraai
- kraaiende hanen
- kraan
- kraanvogel
- krab
- krabben
- kracht of macht
- kralen
- krans
- krant
- krediet
- kreeft
- kreek
- krekel
- kreunen
- kreupel
- krijgsgevangene
- krijt
- kristal
- kroeg, pub of café
- kroep
- krokodil
- kroonluchter
- kroon en scepter
- kroost
- kruiden
- kruidenierswinkel
- kruik
- kruipen
- kruis
- kruisbessen
- kruisboog
- kruispunt
- kruiwagen
- krukken
- kruk of krukje
- krullen
- kudde
- kuif
- kuiken
- kunstenaar
- kunstgalerie
- kunstmest
- kunstwerk
- kurk
- kurkentrekker
- kussen (bed)
- kussen (iemand)
- kwaadaardig of boosaardig
- kwaken
- kwakzalver
- kwal
- kwartel
- kwartet
- kwarts
- kwekerij
- kwetsen
- kwijtraken
- kwik of zilveren vloeistof
- K (letter)
L
- laarzen
- label of etiket
- laboratorium
- labrador
- labyrint
- lachen
- lachgas
- ladder
- lagune
- laken
- lama
- lamp
- lam of lammetje
- land
- landarbeiders
- landgoed
- landhuis of herenhuis
- landkaart of google maps
- landmijn
- landschap
- lans
- lantaarn
- lantarenpaal
- larven
- lasagne
- laser
- lassen
- last
- laster of smaad
- lat
- Latijn
- latte
- laudanum
- laurier
- lavendel
- lawaai
- lawine
- laxeermiddelen
- la of lade
- leed
- leeftijd
- leegte
- leem (kleigrond)
- leer
- leerling
- leeuw
- leeuwerik
- leger
- legering
- leguaan
- leisteen
- lekkage
- lekken
- lelie
- lelietje-van-dalen
- lelijkheid
- lemming
- lenen
- lens
- lente
- lepel
- lepra
- leraar of docent
- leren
- lesbisch
- leugendetector
- leuning of reling
- levend begraven
- levensverzekering
- lever
- lezen
- lezing of presentatie
- lichaam
- licht
- lied
- liefdadigheid
- liefde
- liefdesbrief
- lieflijk
- liegen
- lier
- lift
- lijk
- lijm
- lijster
- likdoorn of eksterogen
- likken
- limoen
- limonade
- limonadesiroop
- limousine
- lineaal
- lingerie
- linnen
- lintje
- lintworm
- linzen
- lippen
- listig of sluw
- litteken
- Loch-Ness-monster
- locomotief
- loempia
- loensen
- longen
- lood
- loodgieter
- loods
- loof
- loopgraven
- lopen
- losgeld
- loterij
- lotus
- lounge
- lucht
- luchtalarm
- luchtballon
- luchthaven of vliegveld
- luchtmacht
- lucifer
- luier
- luifel
- luiheid
- luipaard
- luit
- luizen
- lusteloosheid
- luxe
- lynx
- L (letter)
M
- maagd
- maagdenpalm
- maagd Maria
- maagpijn of maagklachten
- maagzweer
- maag of buik
- maaltijd
- maan
- maandverband
- maansverduistering
- maart
- maat nemen of opmeten
- maat of meter
- macaron
- macaroni
- machine
- machinist
- machthebber of heerser
- machtsovername
- madeliefjes
- maden
- magiër
- magie of toverkunst
- magische spiegel
- magistraat
- magneet
- magnetron
- magnolia
- maïs of koren
- makelaar
- make-up
- malaria
- malen
- man
- manager
- manchetknopen
- mand
- manege
- mango
- mank
- manuscript of script
- marcheren
- maretak of mistletoe
- marine
- markt
- marktplaats- of tweedehandsverkoop
- marmer
- marmot
- Marokko
- Mars (planeet)
- martelen
- marter
- mascotte
- masker
- massage
- massamoord
- mast
- masturbatie of zelfbevrediging
- mat
- matras
- matroos
- mausoleum
- mayonaise
- mazelen
- medeminnaar
- medeplichtige
- medicijn
- medicijnkastje
- meditatie
- Medusa
- meer
- mees
- meetlat
- meetlint
- meeuw
- megafoon
- mei
- meidoorn
- meikevers
- meineed
- meisje
- melancholie of zwaarmoedigheid
- melasse
- melk
- melken
- melkweg of sterrenstelsel
- meloen
- mengen
- menigte of mensenmassa
- menstruatie of ongesteld
- merel
- merrie
- mes
- messing
- mest
- metaal
- metaaldetector
- metamorfose
- meteoor of meteoriet
- metro
- metselen
- meubilair
- microfoon
- microscoop
- middag
- middelbare school
- middeleeuwen
- middernacht
- mieren
- mijn
- milieu
- miljonair
- milt
- minachting
- minderwaardigheidscomplex
- minecraft
- mineraalwater
- mineralen
- minnaar of minnares
- mirre
- misbruik
- misdadiger of crimineel
- miskraam
- misleiden of bedriegen
- mislukking of falen
- mislukte huwelijksdag
- misschien
- misselijkheid
- missen van een vlucht (vliegtuig)
- mist of nevel
- misvormd
- misvormd zijn
- mitrailleur of machinegeweer
- mixer
- mobiele telefoon
- modder of blubber
- model
- moeder
- moederbord
- moedervlekken
- moeilijkheden
- moeras
- moerbei
- mol
- molen
- mond
- mondharmonica
- mondkapje
- mond snoeren
- monnik
- monster
- monstera
- monsters of proefversies
- monteur
- monument
- moordenaar
- mortuarium
- mos
- moskee
- mosselen
- mosterd
- motor
- motorboot
- motten
- mousse
- mout
- mouwen
- mozaïek
- Mozes
- muffin
- muggen
- muilezel of muildier
- muilkorf
- muis
- muizenval
- mummie
- munitie
- munten
- munt of pepermunt
- muren
- mus
- museum
- muskus
- muziek
- muziekinstrument
- muzieknoot
- muziek maken of musiceren
- mysterie
- M (letter)
N
- naaien
- naaimachine
- naakt zijn
- naald
- naaldboom of dennenboom
- naam
- naambadge
- naar de wc moeten
- nacho’s
- nacht
- nachtclub
- nachtegaal
- nachthemd
- nachtkastje
- nachtmerrie
- nachtwacht of wachter
- nagels
- naïef
- najaar
- nar
- narcis
- narcoleptisch
- narcose
- nat
- natuur
- natuurramp
- nautilus
- nauwe doorgang
- nauwkeurigheid
- navel
- navelstreng
- nazi
- Neanderthaler of holbewoner
- nectar
- nectarine
- nee
- neef of nicht
- neerstorten
- negligé
- nek
- nekbrace
- neonlicht
- Neptunus
- nerd
- nerts
- nerveus
- nest
- net
- Netflix
- netjes
- neus
- neushoorn
- nieren
- niets
- niet bewegen
- nieuw
- nieuwbouw
- nieuwe liefde of relatie
- nieuwjaar
- nieuws
- niezen
- nijlpaard
- Nike
- nimf
- ninja
- nirvana
- nis
- noedels
- nomade
- non
- nood
- noord
- noorderlicht
- nootmuskaat
- notaris
- noten
- notenkraker
- notitieblok
- notitie of memo
- november
- nummers, cijfers, getallen
- nutteloos of waardeloos
- nylon
- N (letter)
O
- oase
- obelisk
- ober of serveerster
- obstakel of obstructie
- occultist
- oceaan
- ocelot
- ochtend
- ochtendgloren of morgenlicht
- octopus
- oerknal
- oerwoud
- oesters
- oever
- offer
- officiële instantie
- ogen
- oktober
- olie
- olielamp
- olifant
- olijf
- omarming
- oma of grootmoeder
- omdraaien of omkeren
- omelet
- omhelzing
- omhooggaan of opstijgen
- omslagdoek
- omvallen
- omweg
- onaantrekkelijk
- onafhankelijkheid
- onbehaaglijk
- onbekend
- onderbuik
- onderdak
- ondergoed
- ondergronds
- onderlichaam
- onderpand
- onderscheiding of prijs
- onderverhuren
- onderwijs
- onderzeeër of duikboot
- onderzoek
- onder water
- ondraaglijke pijn
- onduidelijk
- oneindigheidsteken of lemniscaat ∞
- ongeluk
- onhandigheid
- onkruid
- online daten
- onroerend goed
- onsamenhangend
- onsterfelijkheid
- ontbijt
- onterfd
- ontharen van je lichaam
- onthoofding
- onthouding
- ontkomen
- ontleden
- ontmaagding
- ontploffing
- ontslag (baan)
- ontsnappen
- ontvoering
- ontwerpen
- onverschilligheid
- onweer
- onyx (zwarte edelsteen)
- onze vader
- onzichtbaar
- oogarts
- oogst
- ooievaar
- oom
- oorbellen
- oorkonde of certificaat
- oorlog
- oorlogsschip
- oorvijg of draai om je oren
- oorwurm
- opa of grootvader
- opblazen of uitvergroten
- openbaring
- openen
- opensnijden
- open deur
- opera
- operatie
- opgesloten
- opgraven
- ophaalbrug
- ophangen
- opium
- opklimmen
- oplader
- opruimen
- opscheppen
- opsluiten
- opstaan
- optellen
- optreden
- orakel
- orale seks
- orang oetang
- orchidee
- oren
- organen of ingewanden
- orgasme
- orgel
- orka
- orkaan
- orkest
- os
- Oscar
- otter
- ouderdom
- ouders
- oude man of vrouw
- ouija
- oven
- ovenschotel
- overall
- overboord vallen
- overeenstemming
- overgang of menopauze
- overheid
- overhemd
- overjas
- overleden geliefde of overleden partner
- overleden vader
- overreden worden
- oversteek of overtocht
- overstroming
- overval
- overvloed
- overwinning
- O (letter)
P
- paard
- paardenbloem
- paardenhandelaar
- paardenmest
- paardentuig
- paardrijden
- paardrijles
- paard van Troje
- paars
- pad
- paddenstoel of zwam
- padvinder of scouting
- pagode
- pakhuis of magazijn
- pakje
- pakket
- pak choi (Chinese kool)
- pak slaag
- paleis
- palet
- paling
- palissade
- pallet
- palm of palmboom
- pamflet
- pan
- pandabeer of panda
- pandjeshuis
- paniek
- panne
- pannenkoek
- pannenkoekenplant
- panter
- pantoffels
- pantomime
- panty
- papegaai
- papier
- paprika
- parabel
- parachute
- parade
- paradijs
- paradijsvogel
- parallel
- paranormaal
- paraplu
- parasol
- parels
- parfum
- Parijs
- park
- parkeren
- parkiet
- partner
- Pasen
- paspoort
- passagier
- passer
- pasta
- pasteitjes
- pastinaak
- patat of friet
- patent of copyright
- patrijs
- patroon
- paus
- pauw
- pecannoot
- pedaal
- pedofilie
- peetoom of peter
- peettante of meter
- pelikaan
- pen
- penis of piemel
- pens
- pensioen
- pension
- peper
- peperkoek
- pepperspray
- percentage
- peren
- periscoop
- perkament
- personages
- perverseling of viezerik
- perzik
- per ongeluk
- pesten
- pet
- peterselie
- petticoat
- peulvruchten
- peuter
- piano
- piccolo of kruier
- picknick
- pier
- piercing
- pijl
- pijn
- pijp (roken)
- pikhouweel
- pilaar
- pillen
- piloot
- pincet
- pinda
- pindakaas
- pinguïn
- pioenroos
- piraat
- piramide
- pistool
- pitten of zaden
- plaag
- plafond
- plagen
- plakboek
- planeet
- plank
- plant
- plastic
- plas of poel
- platdrukken
- platenspeler
- plein
- pleister
- plezier
- ploeg
- ploegen
- plotselinge rijkdom
- podium
- poedel
- poeder
- poep, uitwerpselen of ontlasting
- poetsen of polijsten
- pokemon
- poker
- politicus
- politie
- polkadots of stippen
- pollepel
- pols
- polsslag
- pommade of gel
- pomp
- pompoen
- pony
- ponykamp
- poort
- pop
- populair
- populier
- porno
- porren
- porselein
- portemonnee
- portiek of veranda
- portier of poortwachter
- portobello (paddenstoelen)
- portret
- possum
- postbode
- poster
- postkantoor
- postzegels
- pot
- potlood
- pottenbakker
- pracht
- prairie
- praten
- predikant
- preek
- preekstoel
- presentatie
- president of minister-president
- presteren
- pretpark
- prieel
- priem
- prijs
- prikkeldraad
- prikken
- prins
- prinses
- privacy
- probleem
- processie of optocht
- promotie
- prostituee of hoer
- protesteren
- pruik
- pruim
- psalm
- psychiater of psycholoog
- psychisch probleem
- psychose
- publiek
- pudding
- puin
- pukkels of puisten
- punaise
- punk
- pupillen van je ogen
- puppy
- put
- pyjama
- P (letter)
R
- raadsel
- raaf
- raam
- rabarber
- raceauto
- racisme
- racket
- radijs of rammenas
- radio, playlist of podcast
- rad van fortuin
- raket
- raketaanval
- rammelaar
- ramp
- ram (mannelijk schaap)
- rapen
- rasp
- rat
- rattenval
- razzia
- reanimeren of beademen
- rebel
- recept
- receptie
- rechaud
- rechter of rechtbank
- rechts of links
- reclame of advertentie
- redding
- reddingsboei
- reddingsboot
- redwood
- ree
- regels
- regen
- regenboog
- regenjas
- regenwoud
- regisseur
- reiger
- reïncarnatie
- reis of reizen
- reiziger
- rekeningen
- rekenmachine
- relatie
- relatie met meerdere mensen
- religie of godsdienst
- rellen
- rem
- renbaan of racebaan
- rendier
- renpaard of paardenrace
- repareren
- reptielen
- respect
- restaurant
- restauratiewagen
- reumatiek
- reünie
- reus
- reuzenrad
- revolutie
- ribben
- richting
- ridder
- ridderhandschoenen
- riet
- rietje (drinken)
- rijbewijs
- rijden
- rijexamen
- rijexamen opnieuw doen
- rijkdom
- rijm
- rijst
- rijzweep
- rimpels
- ring
- ringworm
- riool of waterleiding
- rits
- rivaal
- rivier
- robijn
- robot
- rockster
- roddelen
- rode vloeistof
- roeien
- roek (vogel)
- roem of faam
- roer
- roes
- roest
- roet
- rogge
- roggebrood
- roken
- rolschaatsen of skaten
- rolstoel
- roltrap
- roman
- Roma (zigeuners)
- Rome
- Romeinse cijfers
- Romeo en Julia
- rondrennen
- röntgen
- rood
- roodborstje
- roodharig
- roodvonk
- roofdier
- rook
- room
- rotan stoel
- rots
- rotten
- rouge
- rouw
- rouwadvertentie of overlijdensbericht
- rovershol
- rozemarijn
- rozen
- rozenkrans
- rozijnen of krenten
- rubber
- rubik’s cube
- rug
- rugby
- ruggengraat
- rugzak
- ruilen
- ruïne
- ruitvormig
- rum
- runderen
- rundvlees
- runen
- rups
- Rusland
- ruzie
- R (letter)
S
- sabotage
- sadisme
- saffier
- saffraan
- salade
- salamander
- salie
- salpeter
- samenkomst
- samenwonen
- samenzwering
- sandalen
- sap
- sardientjes
- Satan
- satelliet
- sauna
- saus
- schaakspel of schaken
- schaamlippen
- schaamte
- schaap
- schaar
- schaatsen
- schacht
- schaduw
- schakelaar
- schalen
- schandaal
- schandpaal
- schappen
- schat
- schavot
- schede
- schedel
- scheermes
- scheet
- scheiding
- schelp
- schemering
- schenken of geven
- schep
- scheren
- schermen
- scherven
- scheur
- scheuren
- schieten
- schieten en missen
- schietschijf of doelwit
- schijnwerper
- schild
- schilder
- schilderij
- schildpad
- schildwacht
- schimmel
- schipbreuk
- schmink
- schoenen
- schoenen kwijt
- schoenmaker
- schoffel
- scholier
- schommelen
- schommelstoel
- school
- schoolbord of krijtbord
- schoondochter
- schoonheid
- schoonheidsproducten
- schoonmaken
- schoonmoeder
- schoonvader
- schoonzoon
- schoonzus
- schoorsteen
- schoot
- schop
- schorpioen
- schors of bast
- schort
- schouder
- schrijven
- schrik
- schroeven of schroevendraaier
- schubben
- schuilplaats
- schuim
- schulden
- schurk
- schuur
- schuurpapier
- scooter
- seance
- seks
- seksclub of swingersparty
- seksspeeltje
- seksueel geweld, aanranding of verkrachting
- seks in het openbaar
- sekte
- selderie
- selfie
- semafoon
- september
- serenade
- servet
- servies
- Shakespeare
- shampoo
- sheriff
- shirt
- siamese tweeling
- sieradenkistje
- sieraden of juwelen
- sigaar
- sigaret
- sik of sikje
- silhouet
- sinaasappel
- sinterklaas
- sjaal
- sjamaan
- skelet of botten
- skiën
- slaaf
- slaan
- slaap
- slaapkamer
- slaapwandelen
- slachten
- slachthuis of abattoir
- slachtoffer
- slagboom
- slager
- slagroom
- slak
- slang
- sla (groente)
- slecht
- slechte manieren
- slee
- sleep (jurk)
- slet
- sleutel
- sleutelbloem
- sleutelgat
- slijpen
- slijpschijf
- slikken
- slobkousen
- sloot of gracht
- slopen
- slot
- slotenmaker
- sluier
- slurf (olifant)
- smachten of verlangen
- smal
- smalle richel
- smaragd
- smelten
- smid
- snackbar
- snaren (instrument)
- sneeuw
- sneeuwballengevecht
- sneeuwbol
- sneeuwklokjes
- sneeuwpop
- snelle stroom
- snelweg
- snijden
- snoep
- snor
- snuiftabak
- SOA of geslachtsziekte
- socialist
- social media
- soep of bouillon
- sokken
- soldaat
- sollicitatie
- somber
- souvenir
- spaarpot of geldkist
- spade
- spaghetti
- spandoek
- spatel
- specht
- speeldoos
- speelgoed
- speelhal
- speeltuin
- speer
- spek (vlees)
- speld
- speldenkussen
- spelen
- spelletjes
- spelshow
- sperma
- speurtocht
- spiegel
- spiegelzaal
- spieren
- spiermaag
- spijbelen
- spijkers
- spinnen
- spinnenweb
- spinnenwiel
- spion
- spiraal
- spitsmuis
- splinter
- spons
- spookhuis
- spookstad
- spook of schim
- spoor
- sport
- spotlijster
- spreeuw
- sprei
- springen
- springveer
- sprinkhaan
- sproeten
- sprookjes
- sprookjesprinses
- spugen of speeksel
- spuitbus
- staal
- staart
- staart (in je haar)
- staat
- stad
- stadhuis
- stadion
- stadsbestuur
- stal
- stamboom
- stamper (bloem)
- stamppot
- standbeeld
- statief of selfiestick
- station
- steegje
- steek of beet
- steen
- steenhouwer of steengroeve
- steiger
- steile rotswand
- stekelvarken
- stelen
- stelten
- stem
- stemmen (op iets)
- step
- steppenroller of tumbleweed
- sterke drank
- sterren
- sterrenbeeld of dierenriem
- sterrenhemel
- sterrenwacht
- sterven
- stethoscoop
- steward
- stiefdochter
- stiefmoeder
- stiefvader
- stiefzoon
- stier
- stikken
- stiletto
- stilte
- stoel
- stoep
- stof
- stofbril
- stofzuigen
- stok
- stokbrood
- stokslagen
- stom
- stompen
- stoofpot of hachee
- stoom
- stoomboot of stoomschip
- stoplicht of verkeerslicht
- stoppen
- stopverf
- storm
- stotteren
- straaljager
- straat
- straf krijgen
- strand
- stress
- striae
- strijdwagen
- strijken
- striptease
- stro
- stroop
- stroopwafel
- strop
- stropdas
- struikelen
- struiken
- struisvogel
- stuiver
- suiker
- suikerriet
- suikerspin
- supermarkt
- surfen
- sushi
- swastika
- symbool
- symfonie
- sympathie
- synagoge
- synthesizer
- S (letter)
T
- taak of karwei
- taal
- taart of cake
- tabak
- tafel
- taille
- takken
- talent
- talisman
- talkpoeder
- tamboerijn
- tampon
- tandarts
- tanden
- tandenborstel
- tandenloos
- tandenstoker
- tanden uitvallen
- tandvlees
- tandwielen
- tang
- tank
- tante
- tapijt
- tarantula
- tarot
- tarwe
- tas
- tattoo
- taxi
- taxus
- teek
- teen
- teennagel
- tegenspoed
- tegenstander
- tegoedbon of waardebon
- tekening
- tekentafel
- tekst
- tekstbericht of sms
- telefoneren of bellen
- telegram
- telekinese of psychokinese
- telepathie
- telescoop
- televisie
- tellen
- telraam
- tempel
- temperatuur
- tent
- ten strijde trekken
- tepels
- terpentine
- testament
- tetanus
- teugels
- Texas
- te laat komen
- Thailand
- thee
- thermometer
- thermoskan
- thuis
- tijd
- tijdcapsule
- tijdreizen
- tijdschrift
- tijger
- tijm
- tikken
- timer
- timmerman
- Tinder (daten)
- tipp-ex of correctievloeistof
- titelgevecht
- toegankelijkheid
- toekomst
- toerist
- toespraak
- toeteren
- toetje of dessert
- toewijding
- toga
- toiletpapier of wc-papier
- toilet of wc
- tolk
- tol betalen
- tomaat
- tombe
- toneel of theater
- tong
- tongspatel of mondspatel
- tonijn
- toonbank
- topaas
- toren
- torenhuis
- torenvalk
- tornado
- tosti
- touw
- tovenaar
- toverformule of toverspreuk
- traangas
- tralies
- tram
- tranen
- transgender persoon
- transparantie
- trap
- trauma
- travestiet of crossdresser
- treden
- trein
- treinspoor
- trekpop of pulldoll
- trekzalf
- trio of ménage à trois
- trompet
- troon
- troosten
- tropisch
- tropisch eiland
- trots
- trouwen of bruiloft
- trouwjurk
- trouwring
- truffel
- trui
- tuberculose
- tuimelen
- tuin
- tuinhuisje of tuinschuur
- tuinman
- tuinslang
- tule of tutu
- tulpen
- tumor
- tunnel
- turkoois of turquoise
- Turks bad of stoombad
- tweeling
- tweesprong (weg)
- twijg
- tyfus
- typemachine
- typen
- T (letter)
U
- UFO of ruimteschip
- uien
- uier
- uil
- uitdaging
- uitgaan (club)
- uitgelaten
- uitgever
- uitkleden of kleren uittrekken
- uitlenen
- uitnodigen
- uitrusten
- uitschelden
- uitslaande brand
- uitslag
- uitstappen
- uittrekken van haar
- uitvinden
- uitzicht
- uit elkaar gaan
- ultimatum
- uniform
- universiteit of studie
- urine, plassen of urineren
- urn
- utopie
- U (letter)
V
- vaas
- vaatwasser
- vader
- vakantie
- valentijnsdag
- valk
- vallen
- vallend voorwerp
- valsspelen (spel)
- valstrik
- vampier
- vangen (van iets)
- vapen
- varens
- varken
- varkensvlees
- vastberaden
- vastbinden
- vastgehouden worden
- Vaticaan
- vat of ton
- vechten
- veengrond
- veer
- veerboot
- veestapel
- vegen
- vegetariër
- veiling
- veldslag
- vennoot of mede-eigenaar
- ventiel
- verachten, verfoeien of verafschuwen
- verantwoordelijkheid
- verband
- verbannen of ballingschap
- verbergen
- verblijfplaats
- verboden liefde
- verbranden
- verdieping
- verdoofd
- verdorren, verwelken of vergaan
- verdorvenheid
- verdriet
- verdrietig
- verdrinken
- verdwaald
- verdwijnen
- verf
- verfblik
- verfkwast
- vergadering of meeting
- vergeetmenietjes
- vergezicht of panorama
- vergif
- vergrootglas
- verhaal
- verhuizen
- verjaardag
- verkeer
- verkeersbord
- verkiezing
- verkleden
- verkleining
- verkleuring
- verkopen
- verkoudheid
- verlamming
- verlaten huis
- verlaten of in de steek laten
- verleiding
- verlichting (spiritueel)
- verliefdheid
- verliezen
- verloskundige
- verloving
- verlovingsring
- vermaak
- verminkt
- vermissen
- vermist of verloren kind
- vermoeidheid of uitputting
- vermoorden
- vernissen
- verontschuldiging
- veroordeelde
- verpleegkundige
- verplichting
- verrader
- verrekijker
- verschonen
- versieren
- verslaggever
- verslapen
- verslaving
- versnellen
- versnelling
- verstellen
- verstoppen
- verstrooidheid
- vertellen
- vertraging
- vertrekken of weggaan
- vervalsing
- verven of schilderen
- verwaarlozing
- verwilderd uiterlijk
- verzoening
- verzorgen of beschermen
- verzorgen van een paard
- vetplant
- vet of smeer
- veulen
- videocall
- videorecorder
- vierkant of kubus
- vijand
- vijgen
- vijlen
- vijver
- vijzel
- villen
- vinden
- vingerafdruk
- vingeren (vagina)
- vingerhoed
- vingers
- vink
- viool
- viooltjes of tuinviooltjes
- virus
- vis
- visgraten
- visioen
- visitekaartje
- visite of bezoek
- vismarkt
- visnet
- vissen vangen
- visser
- visvijver
- vitrage
- vlaai (gebak)
- vlag
- vlakte
- vlam
- vlas
- vlecht
- vleermuizen
- vlees
- vleien
- vlek
- vleugels
- vliegen
- vliegenval
- vlieger
- vliegjes
- vliegtuigongeluk
- vliegtuig of vlucht
- vlier
- vlinders
- vloed
- vloeken of schelden
- vloer
- vloot
- vlot
- vlo of vlooien
- vluchteling
- vluchten
- vochtigheid
- vodden
- voedsel
- voedselvergiftiging
- voeren
- voertuig
- voet
- voetbal
- vogelbekdier
- vogelkooi
- vogelpoep
- vogels
- vogelverschrikker
- voile (stof)
- volbrengen
- Voldemort
- volkslied
- voltooien
- vondst
- vonken
- voorhoofd
- voorkomen of preventie
- voorlezen aan iemand
- voorstander
- voorstelling of show
- vooruitgang
- voorwerp
- voorzittershamer
- voorzitter (officiële instantie)
- vork
- vorm
- vormloos
- vorst of rijp
- vos
- vouwen
- vraag
- vrachtboot
- vrachtwagen
- vracht of lading
- vrede
- vreemdeling
- vreemdgaan of ontrouw
- vreugde
- vrienden of vriendschap
- vriendin
- vrieskist
- vrijgesproken
- vrijheid of bevrijding
- vroedvrouw
- vrolijk
- vrouw
- vruchtengelei
- vuilnisbak
- vuilniscontainer
- vuilniswagen
- vuil of vies
- vuist
- vulkaan
- vulva of vagina
- vuur
- vuurtoren
- vuurvliegjes
- vuurwerk
- vuurzee
- V (letter)
W
- waaier
- waarschuwing
- waarzegger
- wachten
- wachtkamer
- wachtwoord
- waden door iets
- wafel
- wagentje of karretje
- wagon
- wake of herdenking
- wakker
- walging
- walnoot
- walrus
- wals
- walvis
- wandelen
- wandelstok
- wandkleed
- wandluizen
- wang
- wanhoop
- wapens
- warenhuis
- warmte of hitte
- wasbak of gootsteen
- wasbeer
- wasbord
- wasmachine
- wasmand
- wassen
- wasserette
- wasstraat
- wasvrouw
- water
- waterballon
- waterlelie
- watermolen
- waterpistool
- waterpokken
- waterspuwer
- waterval
- watje of wattenstaafje
- web
- webcam
- weddenschap
- wederopstanding
- wedloop
- wedstrijd
- weduwe
- weefgetouw
- weegschaal
- weeklagen
- weelderigheid
- weer
- weerspiegeling
- weerwolf
- weeskind
- wegen
- weggetje of paadje
- weglopen
- wegloper
- wegwijzer
- weg of pad
- weide, weiland, wei
- wekker
- welbespraakt
- welkom
- wenkbrauw
- wereld
- wereldbol
- wereldondergang
- werkgever
- werknemer of medewerker
- werkplek
- werk of werken
- werpringen
- wervelwind
- wespen
- wespennest
- wetgevende macht
- wet en rechtszaken
- weven
- wezel
- whisky
- wichelroede
- wieden
- wieg
- wiel
- wierook
- wig
- wijn
- wijngaard
- wijnglas
- wijnkelder
- wijnoogst
- wijnrank
- wijsheid
- wild
- wildeman
- wildernis
- wilg
- wimpers
- wind
- windmolen
- windrichting
- windstilte
- windstoten
- windvaan of windwijzer
- winkel
- winkelen
- winkelwagen of winkeltas
- winst
- winter
- wintersport
- wisselen (ruilen)
- wit
- witkalk of witten
- Witte Huis
- witte mot
- woede
- woekeraar of woekerrente
- woelmuis of waterrat
- woensdag
- woestijn
- woestijnrat of gerbil
- wol
- wolf
- wolken
- wond
- wondermiddel
- woord
- woordenboek
- worm
- worst
- worstelen
- wortels (boom)
- wortel (groente)
- woud
- wraak
- wrak
- wratten
- wreedheid
- wrijven of insmeren
- wurgen
- W (letter)
Z
- zaag
- zaagsel
- zaaien
- zaal
- zadel
- zagen
- zakdoek
- zakhorloge
- zakje of zak
- zakkenroller
- zaklamp
- zakmes
- zalf
- zalm
- zand
- zandloper
- zanger
- zangvogel
- zebra
- zebrapad
- zee
- zeef
- zeehond
- zeeleven
- zeeman of zeevrouw
- zeemeermin
- zeeoren
- zeeotter
- zeep
- zeepaardje
- zeepsop
- zeereis
- zeeschuim
- zeester
- zeeziek
- zefier (westenwind)
- zegel
- zeilboot
- zeilen
- zeis
- zekerheid
- zekering
- zelfmoord
- zenit
- zenuwachtig
- zenuwinzinking
- zeuren
- zeurende pijn
- zieke
- ziekenhuis
- ziekte
- ziektekiem
- ziel
- zijde
- zijkant
- zilver
- zingen
- zink
- zinken
- zitplaats of zetel
- zoden
- zoeken
- zoenen
- zoet
- zoete aardappel
- zoete broodjes
- zolder
- zombie
- zomer
- zon
- zonnebloem
- zonnebloempitten
- zonnebrandcrème
- zonnebril
- zonnepaneel
- zonnewijzer
- zonsondergang
- zonsopgang
- zonsverduistering
- zoom
- zoömorfisme (veranderen in een dier)
- zoon
- zout
- zuchten
- zuigeling
- zuil
- zuivel
- zus
- zuur
- zuurtjes
- zwaan
- zwaard
- zwaardvis
- zwager
- zwaluw
- zwanenhalsmossel
- zwanger
- zwangerschapstest
- zware last
- zwart
- zwarte magie
- zwavel
- zwavelzuur
- zweefvliegtuig
- zweep
- zwelling
- zwembad
- zwemkleding
- zwemmen
- zwerm
- zwerver
- zweten
- zweven in de lucht
- zwijgen
- zwijn
- Zwitserse kaas of gatenkaas
- Z (letter)